Staat van de Creatieve Stad

Uitgesproken door Lucas De Man, januari 2013, Pakhuis de Zwijger.

Een goede avond dames en heren

Om te beginnen:

Ik heb goed nieuws en ik heb slecht nieuws.

Het slechte nieuws is: we zitten in een crisis. We worden geknipt, bezuinigd, ontvleugeld en versmoord. We zijn afvallig, luxe beesten en incestueus. We klagen, zagen, steunen, puffen, roken en drinken wijn want er is minder, moeilijker en vroeger was het beter.

Het goede nieuws is: we zitten in een crisis. Yes! Eindelijk! Een crisis.

Crisis komt van het Griekse ‘’krisis’’ en dat betekent “keerpunt’, ‘beslissend moment’, ‘omwenteling’.

De hedendaagse samenleving zit op een keerpunt dames en heren en het heerlijke daarvan is dat wij het mogen mee-maken. Wij. (wijst op de mensen in de zaal) Wij mogen de crisis mee maken, mee vormgeven. Hoe cool is het om in deze tijd te mogen leven. Een keerpunt. Yesss. Veel leuker dan een stabiele fase of dan eentje waar de vorige generatie nog zelfzeker de baas is. Nee laat mij maar jong zijn in een crisis. Nieuwe generatie, nieuwe mogelijkheden. ‘Yess’ zei hij een derde keer.

En nu zijn er een aantal in het publiek die denken, ‘oh jee, ze hebben zo’n enthousiaste Vlaming gevraagd. Zo eentje die gelooft dat alles anders kan.  Zo eentje met een noodzaak. Djeezes. Straks zegt hij nog dat we met zijn allen een betere wereld kunnen maken Move that Bus, Heal the World dat soort shit. Nieuwe generatie nieuwe miserie ja. Uiteindelijk houden we ons hier een beetje bezig, in het leven, prutsen wat aan en gaan we dood klaar.’’

Ja zeg ik dan tegen die cynici, dat klopt uiteindelijk gaan we dood en uiteindelijk weet je in the long run niet of het ook maar 1 reet verschil maakt wat je doet maar dat is juist het mooie: niemand weet het. En als we dan toch moeten vallen, en vallen doen we allemaal, dan val ik het liefst in stijl, dan val ik niet maar dan vlieg ik tegen die muur of grond of waar we ook terecht komen.  Ik heb geen Idealen, geen Groot Verhaal maar ik spring wel.

We gaan verder.

De staat van de creatieve stad.

Daarvoor zijn we hier, of ik toch.

Wat is een stad? Een stad is een plek waar mensen samen leven omdat ze het ook niet weten. De mens is een eenzaam kudde dier. Hij wordt geboren met de vreselijkste en mooiste gave die er is; de mogelijkheid zich af te vragen: waarom? Waarom ben ik hier, op deze wereld?  vraagt hij zich af. En hij weet het niet. Hij heeft het nooit geweten. Hij heeft het al in allerlei jasjes en vormpjes gestopt maar hij weet het nog steeds niet dus heeft hij de Ander nodig. Stop een mens in een geluidsdichte doos en hij wordt gek van het kloppen van zijn eigen hart. De Ander is nodig om niet gek te worden. En met de Ander bedoel ik niet je familie of je vrienden. Ik bedoel de Ander die je niet kent, die niet weet wie jij bent maar die ook in je stad woont en die het ook niet weet. In de stad wonen we samen omdat we het niet weten willen delen met Anderen.

Wat heeft dit met cultuur te maken lucas? Wacht. Ik kom daar.

De plek bij uitstek in de stad waar we het niet weten kunnen delen is de publieke ruimte. En met publieke ruimte bedoel ik elke plek in een stad, zowel binnen als buiten, waar je als mens los van privé of achtergrond vrij mag komen. Sinds de val van God, Kerk, Wetenschap en Waarheid in de 30 jaar na WWII zijn wij in onze steden vrij te denken en zijn wie we willen. We zijn bevrijd. Het gaat nu om IK. Ik bepaal wat zelf ik vind en denk en doe. VRIJ. Hoer-A

Alleen zijn we daar een beetje in doorgeslagen, in dat ieder voor zichzelf. Der is een enorme druk op het vrij, zelfbepalend en zelfontwikkelend moeten zijn. Je kiest zelf waar je voor gaat, waar je voor staat en als je niet goed bezig bent, zorg je dat je beter wordt of je bent een loser. Goede job, veel inkomen, veel volk, veel cijfers, veel targets, veel macht. Heb je dat niet is dat je eigen keuze, je eigen probleem.  Je bent  immers verantwoordelijk voor je eigen falen. En anders neem je een pilletje of trap je het af: Evalueer, evalueer, evalueer, TARGET TARGET TARGET

Onze publieke ruimte is geen plek meer waar het niet weten gedeeld wordt, het is een anonieme mediamarkt geworden, Ieder voor zich en consumeren tedju.

Het is hier dat de CRISIS zit. De staat van de creatieve stad gaat over de crisis van de publieke ruimte. Als probleem: de anonimiteit, het ieder voor zich, de macht van de cijfers, angst voor het falen, de regelneverij en de overevaluering van alles. Maar ook als keerpunt, als mogelijkheid.

En daar komen wij in het spel: de professionele creatieven, de kunstenaars in de breedste zin van het woord of zoals ik ze noem: de ‘’creators’’.  De crisis van de publieke ruimte, daar zit de verantwoordelijkheid van onze generatie. Wij hebben misschien geen duidelijk omlijnde kaders en idealen. En we zijn misschien materieel rotverwend en we lijken misschien strijdloos en onverschillig maar wij hebben de sleutel in handen om de publieke ruimte uit de anonimiteit te halen en een plek van ont-moeting te laten zijn.

Ont-moeting, met een streepje tussen. Een moment van niet moeten. De publieke ruimte in haar beste vorm is een plek waar je Jezelf, de Ander en de Wereld mag zien en laten zien zonder dat er een antwoord MOET zijn. Dat is een ontmoeting in haar ware aard. En dat is levensnoodzakelijk voor wij die niet weten.

En er is niemand die beter ontmoetingen kan veroorzaken dan de creator. Hij/zij (voor de makkelijkheid vanaf nu even ‘hij’) voelt als geen ander de thema’s aan die in de publieke ruimte leven. Hij kiest een verhaal uit noodzaak en giet dat in een passende vorm waarmee hij een dialoog aangaat met het publiek. In die dialoog wordt het publiek door het kunstwerk met zichzelf, elkaar en de wereld geconfronteerd en wordt dat geraakt waar men zelf geen woorden voor heeft: het niet weten.

Elk goed kunstwerk kan een ware ont-moeting veroorzaken. Ik zeg wel KAN want nu veroorzaakt kunst vaak geen reet omdat het alleen gezien wordt door een incestueus minilaagje aan de rand. Mensen die het zelfde vinden en denken als de creator. Je eigen neotribe, je medeknikkers. Alsof je een voetbaltoernooi speelt met alleen je eigen ploeg als deelnemer.  De creator moet per project gaan zoeken naar het publiek waarbij zijn project het meeste veroorzaakt anders heeft hij al dat werk voor niets gedaan en is het zonde van het geld, van de tijd, van de energie, van alles.

En dat terwijl wij nu eindelijk een verantwoordelijkheid hebben en kunnen nemen. De creator is nodig, meer dan ooit. Eindelijk. Zijn noodzaak, zijn keuze van verhalen, zijn inzicht in vorm en inhoud, zijn creativiteit en zijn wens tot dialoog zijn onmisbaar in deze tijd en daarnaast is het vooral ook zijn mogelijkheid tot het aangaan van samenwerkingen en het leggen van verbindingen die de creator de meest essentiële speler in de toekomst van een stad maakt. Niet alleen creëren maar ook verbinden dat moeten we doen. Daarvoor moeten we uit onze eigen navel stappen en midden in de stad gaan staan. Wij zijn de aanjagers, de connectoren, het bloed en de aders. La ville, c est nous!

En het mooie is, het is al aan het gebeuren. Je ziet steeds meer dat er creators komen die naast het zoeken van het juiste publiek voor hun projecten ook zoeken naar het betrekken van andere partijen, andere organisaties uit de stad: verenigingen, bedrijven, ngo’s, media, scholen, individuen die als partner in het project een rol krijgen. Dat zie je steeds meer en dat is fantastisch. Want zo zijn wij niet alleen bezig met het maken van projecten die dan voor een juiste publiek een ontmoeting kunnen veroorzaken, we zijn ook bezig tijdens het maken al ontmoetingen te veroorzaken.

Wij worden tegenwoordig platgegooid met de term cultureel ondernemer. Toch? Iedereen moet een cultureel ondernemer zijn. Geld verdienen, mecenassen zoeken, sponsors ronselen,  businessplannen opzetten, crowdfunding doen waar je oma dan je liefde afkoopt. Maar volgens mij gaat het daar niet om. Volgens mij gaat cultureel ondernemen niet enkel over 100 leuke manieren naar het zoeken van geld maar gaat het om het beseffen en inzetten van de waarde van dat wat wij in handen hebben.

Wij hebben immers de mogelijkheid en het talent om vorm en inhoud tot 1 communiceerbaar verhaal te smeden en daarmee de mens in zijn diepste zoeken te raken. Het kunnen maken van een goed verhaal en dat kunnen delen met een publiek is van onschatbare waarde. Juist nu, omdat niemand het weet en iedereen behoefte heeft te delen, juist nu omdat we in een crisis zitten en we meer dan ooit nood hebben aan de Ander. Nu is de tijd van de creator. Van ons.

Wij moeten verhalen maken waarbij we niet alleen het juiste publiek zoeken maar waarbij we ook alle mogelijke partners die we per project kunnen betrekken, betrekken. Wij moeten zelf onze ballen in ons hand nemen en naar bedrijven, organisaties en mensen stappen om ze uit te nodigen mee te doen met ons verhaal, mee te werken vanuit hun eigen achtergrond en expertise en het zo ook hun project maken.

Elke goedgekozen partner levert ons niet alleen meer draagvlak, meer middelen en meer gelaagdheid op, het zorgt ook voor ont-moetingen aan beide kanten tijdens het proces.

En ik weet het dat het niet zo is dat je nu zomaar op elke organisatie kunt afstappen met in 1 hand je verhaal en in de ander je ballen, ze beide op tafel legt en dat iedereen onmiddellijk een dubbele salto van blijheid maakt, je 1 miljoen geeft en eeuwig met je wilt samenwerken. Zo gaat het niet. Maar ik weet wel dat de tijd er meer dan ooit klaar voor is. Ik weet wel dat er in elke organisatie in een stad (stichting, of vereniging of bedrijf) mensen zitten die zoeken naar hoe hun verhaal te delen. En niemand die beter verhalen maakt, deelt en vertelt dan de creator.  Niemand die meer de mogelijkheid in handen heeft om mensen te betrekken en te raken tijdens en door zijn project. Niemand die meer een stad adem, verbinding en een stem kan geven dan de creator, de kunstenaar anno nu. Maar hij moet het zelf initiëren. Hij moet zich zelf laten zien. En als hij dat zelf niet kan of durft zoekt hij mensen rond zich die dat voor hem doen. En als hij dat ook niet wilt dan is dat zo want uiteindelijk doet iedereen wat hij of zij zelf wil.

En dan nu beste aanwezigen is het tijd voor korte geloofsbelijdenis in 10 punten:

Ik geloof in een creatieve stad waar de creator door zijn projecten een antwoord vormt op de crisis van de publieke ruimte. Ik geloof dat dat echter enkel kan als de creator per project zijn publiek en partners bepaalt, opzoekt, betrekt en bereikt.

Ik geloof in een creatieve stad waarbij de creator niet projecten bedenkt om de stad, een wijk of een vereniging te mobiliseren maar waarbij hij een project bedenkt en daarvoor een vereniging, wijk of stad mobiliseert.

Ik geloof in een creatieve stad waarbij creators nog meer samen werken met elkaar. Waar disciplines en ego’s ondergeschikt zijn aan de projecten. Waar het gaat om creators en creatieven allerhande die samen streven naar een project dat zoveel mogelijk veroorzaakt.

Ik geloof in een creatieve stad waarbij creators met hun projecten de aanjagers zijn van ont-moetingen (in de ware betekenis) tussen allerlei instanties, organisaties, bedrijven en mensen in de publieke ruimte van die stad en dit zowel tijdens het maken als tijdens de uitvoering van die projecten.

Ik geloof in een creatieve stad waarbij in een goed project de creator het verhaal en het framewerk bepaalt maar in de uitvoering hij slechts een van de partners is.

Ik geloof in een creatieve stad waarbij de creators zich nog meer verenigen  in constructies die enerzijds hun artistieke eigenheid vrijwaren maar anderzijds de toegang tot de mogelijke partners in de stad creëren, stimuleren en onderhouden. Die constructies worden geleid door creators of anderen die via publicaties, speeches, workshops, acties, projecten en meetings voortdurend het belang en de kracht van een kunstproject voor de publieke ruimte aan de vertegenwoordigers van allerlei organisaties in de stad uitleggen, meegeven, en aanwakkeren om ze zo tot partnerschap te overtuigen.

Ik geloof in een creatieve stad waarbij de overheid en culturele instellingen zich als partner opstellen en middelen investeren opdat de creator niet alleen zijn project kan uitwerken maar ook de tijd en begeleiding krijgt om zowel de juiste partners te betrekken als het juiste publiek te bereiken en dat per project steeds opnieuw.

Ik geloof in een creatieve stad waarbij creators naast hun projecten ook gevraagd worden om advies, inzicht en meededenken door de organisaties, bedrijven en overheden uit die stad.

Ik geloof in een creatieve stad waarbij per geslaagd project er meer organisaties en bedrijven zich zullen aandienen om partner te worden. En dat we op den duur een klimaat creëren waarbij de creator zijn projecten presenteert voor groepen mogelijke partners uit allerlei sectoren die vervolgens na de presentatie zich komen aanmelden en waarbij de creator zelf de beste samenwerkingen kiest.

Ik geloof in een creatieve stad waar kunst niet als luxe wordt gezien maar als de ultieme manier om een stad bij elkaar te brengen, tijdens en door de projecten om dat te delen waarmee we allemaal zitten: dat we het niet weten en het nooit zullen weten.

Het is aan ons. Creëren en verbinden. Met onze ballen in ons hand en af toe keihard met ons gezicht tegen de muur, want ook wij weten het niet. Maar we gaan door, we gaan verder, met onszelf, met elkaar, met de stad. In de stad. Voor de stad.

Nu is het aan ons.