Speech Lucas VSCD congres mei 2013

Een goede morgen dames en heren, mijn naam is Lucas De Man. Ik ben artistiek leider van Stichting Nieuwe Helden, een van de 5 makers bij Het Zuidelijk Toneel en sinds februari ook voor 4 jaar stadskunstenaar van Den Bosch. Ik zit straks in een debat over hoe wij bij nieuwe helden werken en zo maar nu sta ik hier als de jongen die u een speech mag brengen.

Dames en heren wat een heerlijke tijd is het, voor ons, podiumkunst mensen. Eindelijk, na zoveel jaren van in de marge te hebben gewerkt, hobbyisten te zijn genoemd,  steeds een zelfde publiek te hebben bediend is het weer tijd voor de voorpagina. Eindelijk staat de kunstenaar weer in het midden van de maatschappij en wordt er geroepen, ja zelfs geschreeuwd om onze aanwezigheid. Tenminste als we goed luisteren. En als de kunstenaar en allen die rond hem staan hun nieuwe rol durven op te nemen. De rol van het veroorzaken van ont-moetingen.

Wij, kunstenaars, kunsthuisleiders en kunstkaderaars, wij houden ons als enigen in deze samenleving, professioneel bezig met het creëren en vertellen van verhalen die mensen een ont-moeting bieden met zichzelf, met de ander en met de stad. Ik doe deze nog een keer. Wij houden ons als enigen in deze samenleving, professioneel bezig met het creëren en vertellen van verhalen die mensen een ont-moeting bieden met zichzelf, met de ander en met de stad.

Met ont-moeting bedoel ik, in de meest existentiële zin van het woord: een moment van niet moeten. Ware kunst creëert een moment van niet moeten tussen ik en mijzelf, ik en de ander, ik en de wereld.

Het zijn nieuwe tijden dames en heren want nu is mijn generatie aan zet. De min 35 generatie. Wij zijn de eerste generatie ooit die is opgegroeid zonder strijd. Wij hoefden niet te vechten tegen een generatie boven ons, of tegen een dominant kader van religie of wetenschap of waarheid NEE, wij mogen zelf kiezen wat wij doen, waar wij in geloven, wie we zijn en wat we willen worden. ZELF.  Tegelijk zijn wij er van doordrongen dat er op geen enkel van onze existentiële vragen ooit een antwoord zal komen. Dat elk antwoord slechts een mening, een tijdelijke keuze is, dat alles relatief is, dat je verantwoordelijk bent voor je eigen falen en dat niemand HET weet. Wij zijn geboren in een wereld van: ‘alles is mogelijk als je het zelf maar wilt, zelf maar doet en zelf regelt’. Dit geeft naast een enorme vrijheid vooral ook een enorme druk , een kaderloosheid die je alleen laat staan in een wereld van ‘moeten’.

Stop een mens in een geluidsdichte doos en hij wordt gek van het kloppen van zijn eigen hart.

We kunnen het niet alleen. We hebben, nu er geen Kerk, geen Wetenschap, geen Waarheid meer is om ons een kader aan te bieden en zeker nu de hegemonie van het SUCCESVOL ZIJN dreigender is dan ooit, nood aan ont-moetingen met ons zelf, de ander, de wereld.

En wat is de plek  bij uitstek in een gemeente of stad voor wezenlijke ont-moetingen?  Nee niet de kerk. Inderdaad:  de schouwburg. Een plek waar je jezelf, de ander, de wereld mag tegen komen in de meest essentiële betekenis van het woord. Een plek die verbindt en niet oordeelt, die geeft zonder terug te willen. Een plek waar wij het niet-weten kunnen delen.

En ik weet dat er hier directeuren en afdelingshoofden en medewerkers zitten die zijn uitgeblust, vastgeroest, angstig, kleinzerig, onwetend, laf, passief, visieloos, enkel in it for the money and the fame, net als bij de kunstenaars heb je die.  Maar tot hen spreek ik nu niet.

Ik spreek tot zij die willen zoeken, vechten, botsen, struikelen en weer opstaan om de volgende stap te zetten. Die waarin een schouwburg niet alleen een hoop bakstenen is waar je leuke voorstellingen kan kijken, maar een huis waar alle organisaties, verenigingen en bedrijven uit de stad hun ont-moeting kunnen vinden. Een huis die niet enkel ontvangt maar ook initieert. Een huis waarbij samenwerking niet alleen een modewoord is maar een filosofie. Een huis dat ook buiten de muren gaat, de stad in, soms als partner, soms als initiator maar steeds als veroorzaker van die ont-moeting.  Een huis waar mensen verbonden en betrokken worden.  Waar een kunstenaar niet enkel een voorstelling aan het publiek toont maar ook zijn zoeken met hen deelt. Een huis waar de publiciteitsdienst zich niet beperkt tot een leuk boekje en veel posters en flyers maar mensen heeft die actief langsgaan bij organisaties, burgers en bedrijven die inhoudelijk passen bij bepaalde voorstellingen of projecten. Een huis dat hele dag en soms tot diep in de nacht open is voor elke speler van de creatieve industrie van die stad. Waar die mensen in elke hoek van het gebouw kunnen vergaderen, werken en hun ideeën delen en dit eens in de zoveel tijd komen presenteren aan het bedrijfsleven en andere partners uit de stad.  Een huis dat een online community beheert en ook online projecten doet waarvan sommige 24H 7/7 doorgaan. Een huis dat maand of jaarthema’s kiest en daarrond projecten op zet in de hele stad waar wetenschappers, filosofen, politici, bedrijven, sociale organisaties, lokale media, kunstenaars en anderen aan deel kunnen nemen. Een huis waar verschillende  groepen, samengesteld uit de gemeenschap, een deel van het programma mogen kiezen. Waar op het dak een moestuin wordt aangelegd, waar de gemeenteraad 2 keer per jaar een open sessie organiseert met publieksparticipatie, waar de jongeren hun…

EN NEE u hoeft het niet alleen te doen. De makers en kunstenaars hebben ook een verantwoordelijkheid meer dan ooit,  om met u mee te zoeken, mee te praten, mee te denken, en vooral mee te doen zowel met creëren als met het verbinden. En het zal per gemeente, per schouwburg, per directeur, per kunstenaar, per publiek verschillen wat er wel werkt en wat niet. Het zal keihard zijn en sommigen zullen het niet overleven en zullen hun schouwburg omgebouwd zien worden tot een HEMA met seniorenflats errond. Anderen zullen vasthouden aan wat was en geen stap durven zetten maar het is tijd om te springen.

Dames en heren, er ligt een enorme maar prachtige taak op ons te wachten. Eindelijk! De taak midden in de samenleving te gaan staan en onze rol als veroorzaker en huis van ont-moetingen volwaardig in te vullen en uit te dragen.

En onthoud: NIEMAND WEET HET, dames en heren, NIEMAND. Dus weten we niet waar we zullen uit komen. En toch moeten wij, kunstenaars, kunsthuisleiders en kunstkaderaars durven springen. En misschien zullen we keihard tegen de grond kwakken,  maar zolang we gesprongen hebben met alles wat in ons zit, kunnen wij tenminste zeggen dat we tussen de sprong en de val, gevlogen hebben.

Ik wens u een fijne dag.