Amersfoort / Amour-fou

Mocht u denken dat Amersfoort altijd zo braaf was als nu, dan heeft u het mooi mis. Meneer Van Elst (85) en mevrouw Van Keken (93) halen hartstochtelijk herinneringen op: hoeveel er niet gedanst werd in die jaren! Bij Snijders aan de Korte Gracht was het een komen en gaan of anders wel bij de beroemde Kamperman. (‘Die met die donkere bril! Henk!’)

Als het nog licht was op straat, dan kon je op pad: van het Hof, via de Langestraat naar de Varkensmarkt. En weer terug. Eindeloos flaneren. Hopen dat je in de smaak viel bij een van die mooie meisjes, hopen dat een jongen naar je floot. Mocht dat enkele weken na elkaar het geval zijn, dan knoopte je een praatje aan, vroeg je of je elkaar eens bij het dansen kon treffen. Was dat een succes, dan kon je soms uren de foxtrot doen. En je daarna naar huis laten brengen, liefst via de Plantsoengordel. Daar bij de Dollestraat, het Soesterkwartier en het Geitenveld, daar stonden de prille stelletjes. Of zaten. Of lagen.

Het was wel uitkijken geblazen, want voorbehoedsmiddelen, die bestonden natuurlijk nog niet. Of toch? Meneer Van Elst herinnert zich een winkel halverwege de Langestraat, maar de naam is uit zijn geheugen verdwenen. En er was ook nog zoiets geheimzinnigs als het grote pand van de NVSH, aan de Willem van Mechelenstraat. Maar voordat ik verkeerde dingen kon denken, verklaarde hij met zijn hand of zijn hart: ‘Ik ben daar nooit binnen geweest!’