5 strijden van een creatieve generatie

Voor mijn project In Search of Europe reisde ik in 30 dagen naar 17 steden in 8 landen en interviewde meer dan 20 creatieve professionals die proberen de maatschappij waarin ze leven te verbeteren. Wat mij opviel is dat er een nieuwe generatie aan het opstaan is in Europa en dat zij klaar zijn om voor verandering te strijden.

Professor Trapman van de Erasmus universiteit zei dat de mens in wezen niet zal veranderen, dat het kwade en inhalige nooit zal verdwijnen, dat er altijd meer mensen slecht dan goed zullen doen maar dat het onze plicht is om voor tegengewicht te zorgen om niet bang te zijn en elke stap die we kunnen zetten ook daadwerkelijk te zetten. Er zijn drie soorten mensen zei Trapman: zij die kapot maken, zij die onverschillig en bang zijn en zij die beter willen maken. Bij deze indeling zet ik wel even de voetnoot dat elke mens sowieso alle drie in zich heeft maar het gaat hier over een dominant hoofd element. In de voorstelling Wij Varkenland sprak ik over de baasbiggen die aan de voorste tepels mochten drinken, de standaardbiggetjes die aan de middelste tepels dronken en de speciaaltjes die de overige tepels vanachter kregen. Alle drie de soorten mens zullen altijd bestaan en ze houden elkaar in balans, ookal slaat die balans voortdurend door en hangt die meestal in het kapotmaken en bang zijn. 

Ook al zou ik soms liever meer een bange, oogkleppendragende, ik geef enkel ommezelf en mijn kleine kringetje rond mij standaardbiggetje willen zijn. (meer dan ik nu al ben) en heel soms zelfs meer een machtzuchtige, ik ga over lijken, fuck de wereld. ik wil meer meer meer baasbig zijn, dat ben ik niet. Waarom? Geen idee. Opvoeding? Genen? Bepaalde films of kunst of boeken of vrienden die mij er toe aangezet hebbe? Het feit is dat naast mijn machtzuchtige, zelfverrijkende, egocentrische kant (die heb ik zeker ook) ik ook een ‘’ik wil iets veroorzaken in de wereld, ik wil iets creëren en liefst iets dat mensen raakt, dat ze dichter bij zichzelf en elkaar brengt’’ kant. Ik heb ergens een noodzaak mij niet neer te leggen bij de ongelijkheid en eenzaamheid en oneerlijkheid van de wereld ook al weet ik heel goed dat die nooit weg zal gaan en dat deze kant mij niet ‘’beter’’ of ‘’meer goed’’ maakt dan een ander. Het is gewoon een onderdeel van mij.

Ik ben dus blijkbaar iemand met een noodzaak en daar leg ik me bij neer, meer nog ik volg deze noodzaak zo intens en gedisciplineerd en kwetsbaar als ik kan. En ik faal soms omdat die andere biggetjes ook in mij zitten maar ik doe mijn best alleen en verbonden. Dat is het mooie  namelijk Mathijs, dat er overal in de wereld dat soort mensen als mij en variaties erop bestaan. Meer nog, in elk land, in elke discipline (businness, bankwereld, kunst, sport, food, enz) zitten mensen met noodzaak en de ballen om deze noodzaak uit te dragen. Alle mensen die ik tot nu toe gesproken heb delen met mij dat ze pogen hun noodzaak tot veroorzaken in volle virtue uit te dragen. Hoe verschillend de vormen waarin en de persoonlijkheden waardoor ook zijn,  we delen de noodzaak. Wij, biggetjes van de achterste tepels, wij delen een strijd en dat maakt de eenzaamheid dragelijk en vooral: het verbindt ons en laat ons gaan en blijven gaan. 

De strijd van al die ‘creators’, hoe onderling verschillend ook,  bestaat uit een aantal overeenstemmende onderdelen heb ik gemerkt. 

1. creators streven naar het creëren van een samenleving, meer dan per se een betere samenleving. Ik citeer hier Simon Allemeersch die we spraken in Gent. Hij zei letterlijk: Í don t want to create a better society I want to create A society’’. Een samenleving is een moment waarop mensen elkaar ont-moeten en hun verhaal delen/ hun verhaal mogen (laten) zien. Simon sprak over de noodzaak van een sense of belonging die essentieel is voor een samenleving. Als mensen niet het gevoel hebben dat ze er bij horen/dat ze gezien worden heb je geen samenleving. Iedereen die we tot nu gesproken hebben op onze reis is daar op zijn of haar eigen manier mee bezig, het maken van ‘’gedeelde ervaringen’’ (zo noemde Slawomir Sierkovski het) zodat mensen een sense of belonging krijgen en dat het liefst in een publieke ruimte. 

2. Het tweede gedeelde element dat creators overal delen is het strijden voor een echte publieke ruimte, plekken van common ground. 

Het idee dat de wereld van ons allen is, dat lucht, water, natuur iets is waar wij en de dieren en allen op aarde deel van uit maken is gedurende de geschiedenis steeds meer in het gedrang gekomen. In de 13e eeuw had je nog het Chapter of the Forest waarin gesteld werd dat het bos voor alle burgers was maar in de eeuwen hierna werd er steeds meer bos eigendom van steeds minder mensen. Thomas More kwam er in zijn Utopia tegen in opstand, dat enkelen alles in bezit hadden en velen niets en het is nog niets veranderd. Het wordt steeds erger. Men privatiseert nu ook zelfs lucht en meren en zeeën en noem maar op. Het herclaimen van de common grounds, de publieke ruimte, de plekken waar wij als mensen elkaar los van prive of bezit of commercie, vrij mogen ont-moeten is een andere Europese hedendaagse strijd die we moeten voeren en blijven voeren ookal zijn we al bezig sinds de 13e eeuw. 

3. Een derde strijd is die van het hebben, uiten en delen van visies. 

De burgemeester van Warshau heeft vorig jaar gezegd dat visies is iets voor mensen die hallucinerende drugs nemen en niet voor politici. Los van de ridiculiteit van deze uitspraak wijst ze ook op een misvatting van het woord visie/visioenen. Het zijn geen ijle, absurde dromen. Visies zijn concreet, zijn uitvoerbaar, misschien niet altijd onmiddellijk, nu nu nu maar het zijn haalbaar dromen die ons verder laten kijken dan morgen. Ze geven ons een uitzicht en inzicht en zonder uit-zicht kijk je enkel op een muur. En van muren word je bang. De visie van Giorgio De Finis in Rome om een museum voor moderne kunst te openen in een oude salamifabriek waar 200 vluchtelingen en verschoppelingen wonen is heel concreet en tegelijk visionair. 300 topkunstenaars uit Europa hebben in totaal 400 hedendaagse kunstwerken gedoneerd of ter plekke gemaakt vaak samen met de vluchtelingen. Het museum is zowel in aparte ruimtes als in de huizen van de bewoners. Je kan er elke zaterdag in en alles en iedereen werkt gratis mee. Giorgio is zelfs weer bij zijn moeder gaan wonen omdat hij zo hard deze visie aan het uitvoeren is dat hij even geen geld verdiend. Ik ga eerlijk zijn, ik was geraakt toen ik daar rond liep. Niet zozeer door het leed van de mensen, dat ik verschrikkelijk natuurlijk, maar door de visie van Gorgio, hoe kunst echt iets kan veroorzaken. Hij zei: Ik probeer deze mensen en deze plek, beiden illegaal te redden. Ik gebruik kunst hiervoor omdat Kunst hen een uitzicht geeft, verbeelding, dromen, samenwerken en ontmoeten. Maar ook doordat de mensen nooit naar de buitenwijken va Rome zullen komen voor een sociaal project maar wel voor moderne kunst. Ik lok ze naar hier en zo ontmoeten ze de bewoners en krijgen ze hopelijk ook een menselijke kant bij een ongrijpbaar probleem. Op mijn vraag of hij niet bang was voor uitzetting van alle mensen die daar illegaal wonen zei hij: ja en nee want ik heb een plan, 200 vluchtelingen die op straat worden gezet dat levert enkel een klein artikeltje in de krant op maar 400 topkunstwerken die vernietigd worden, dat is barbarij, dat kan gewoon niet. We hebben visies nodig, en echte visies zijn altijd een combinatie van dromen en daden van beginnen en blijven gaan. 

4. Een vierde strijd is die van het blijven schoppen, bijten, bevragen, betwijfelen en onderzoeken van de algemene gang van zaken. 

Dit gebeurt in en van en tegen het systeem maar nooit er buiten. We kunnen alleen impact hebben als we constant in dialoog zijn met de heersende systemen. Wegrennen en een prive Epicuristische tuin beginnen mag dan lijken op een revolutionaire daad maar het verandert niks. Echter verandering komt met de confrontatie met dat wat is. En creators zijn bij uitstek de mensen die dit kunnen doen. Creators kunnen praten met zowel de koningen als de zwervers van een land en dat van vele landen tegelijk. Creators zijn niet gebonden aan geografische, sociale, economische, politieke of andere grenzen. Wij kunnen en moeten in de geest van Erasmus voortduren en altijd actief nadenken en bevragen waar ‘men’ mee bezig is. Waarom werken de banken zoals ze werken? Waarom is de macht vaak zo corrupt? Waarom is de ongelijkheid zo groot? Mat actief nadenken en bevragen bedoel ik dat creators ook altijd handelen, niet enkel denken ook handelen. Dit handelen kan in de vorm van schrijven, creëren, organiseren, protesteren dat maakt niet uit zolang we maar handelen. Hoe zinloos en nutteloos het soms ook voelt het is dit actief nadenken en bevragen dat de wereld nog enigszins in balans houdt. 

5. Een laatste strijd  is die van het lokale en het globale. 

Wat we lokaal doen heeft een globale weerslag. De mensen die we op onze tocht ontmoetten waren allen lokaal aan het werk, ookal waren sommigen zoals bv Slawomir internationaal bekend. Dit lokale is noodzakelijk om de strijd van ‘’sense of belonging’’ te kunnen realiseren terwijl het globale zorgt dat het werk zelf ook gezien wordt. Social Media kunnen en moeten door de creator gebruikt worden om de globalisering die vooral over economie gaat een tegenwicht te bieden door de kracht van het menselijk en lokale globaal te laten zien.  

De strijd van de creators (die overal zijn in alle lagen van de maatschappij) is een moeilijke en eeuwige maar essentiële strijd. Het is dan ook van het hoogste beland dat ze elkaar om de zoveel tijd mogen ontmoeten en hun visies en ervaringen kunnen uitwisselen omdat het aller aller moeilijkste maar tegelijk aller aller belangrijkste is van de strijd dat je niet opgeeft. Door gaan, blijven doorgaan, alleen verbonden. Dat is het lot van de creator dat hij en alleen en verbonden is en dat elke dag de wereld opnieuw doorgaat met of zonder jou. 

Lucas De Man